HEFFEN

DORP
IN
VOLLE
VAART

Pastoor Van Dessel

Palmzondag, Heffen, 1 april 2012

 

Traditiegetrouw ging ik palmtakjes halen.  Het passieverhaal blijft me nog altijd boeien.

Enkele mededelingen bij het einde van de viering…

Het bericht sloeg bij me in als een bom…

Gerard Van Dessel overleden…

Toen ik, met de palmtakjes in de hand, terug naar huis fietste rolden tranen over mijn wangen.  Het waren tranen van emotie, maar waren het tranen van verdriet ?  Er waren zeker tranen bij van dankbaarheid.  Dankbaarheid omdat er zo een fantastisch mens jaren geleden mijn levenspad heeft mogen kruisen.

Vele herinneringen kwamen boven.

In 1966 kreeg Battel, Heffen en Leest,  één gezamenlijke onderpastoor.  Een flinke man, donkergrijs gekleed en altijd op weg, snel fietsend van de éne parochie naar de andere met een klein zwart ‘kabaske’ achter op de fiets.

Regelmatig ging ik op zondagavond naar de mis in Battel.  De eucharistieviering werd daar opgedragen door de onderpastoor, Gerard Van Dessel.  Ik herinner me dat hij op sommige zondagen reeds voor 18.00 u. te voorschijn kwam om ons een nieuw liedje te leren.  Hij zong de eerste zin voor, iedereen die al aanwezig was zong na, zo ook de tweede zin en zo verder.  Tijdens de mis werd dan dat liedje herhaald en bij het einde nog eens.  Telkens galmde zijn luide stem door het kerkgebouw.  Missie geslaagd : iedereen die aanwezig was kon het liedje nazingen.  Ik was grote fan, ik zong uit volle borst mee.

Toen ik in 1969 chiroleidster werd, leerden we mekaar meer persoonlijk kennen.

Gerard was een man met een gulle lach, die regelmatig sappige verhalen opdiepte.  Hij gaf raad waar nodig was, stond open voor van alles en nog wat en was altijd paraat om hulp te bieden op allerlei gebied.

Elke zondag was hij steevast aanwezig om te bewonderen hoe die leidsters hun vrije tijd ter beschikking stelden voor de meisjes van Heffen.  Elke woensdagavond was hij, tijdens de leidingskring, zeer geïnteresseerd in onze plannen voor de volgende zondagen.  Op gepaste momenten toverde hij een verrassing te voorschijn uit dat ‘zwarte kabaske’.  Zijn zorg voor ons ging ver, niets was hem te veel.  Ik hoor hem nog zeggen na een leidingskring vrij laat op woensdagavond  : “ik rij met je mee, dan moet je niet alleen door het donker”. 

Zijn aanwezigheid tijdens de jaarlijkse bivakken was altijd een prettige ervaring.  Vele malen verzorgde hij de misvieringen voor de grote groep op de bezoekdagen.  Maar evengoed kon hij kleine groepen boeien tijdens een bezinning. 

Tijdens deze jaren werd onder zijn begeleiding en onder het toeziend oog van zuster Lydia een stevige fundering gelegd voor een nu nog altijddurende vriendschap.  Toen hij in 1974 voorgoed uit Heffen vertrok, beweerde  hij dat hij geen meerwaarde meer kon geven.  Hij vertelde “jullie hebben een pracht van een pastoor gekregen (Jos Valvekens) en in Coloma heeft men mij nodig”.  Vele malen werd hij uitgenodigd voor allerhande activiteiten en telkens moest hij spijtig genoeg afhaken.  Hij had vele andere taken. 

Blij verrast was ik toen hij tijd kon vrij maken om de preek te verzorgen tijdens onze huwelijksviering.  Tijdens die toespraak overdonderde hij me met de vraag : “weet je nu wel wat je eigenlijk gaat doen, weet je wel wat je wil : ga je nu trouwen of ga je in het klooster ?”.

En tot groot jolijt van iedereen moest ik op beide vragen het volgende positieve antwoord geven : “ik spreek seffens trouwbeloften uit en vanavond na de feestelijkheden gaan we samen naar het klooster”.   Dit gebeuren wordt nu nog altijd opgerakeld.

Gerard kwam ook nog eens naar Heffen om samen met de oud-leidsters afscheid te nemen van zuster Lydia, bij haar vertrek naar Guatemala.  Ook twee jaar geleden, bij haar vorige vakantie in België, was hij erbij om nog even bij te praten.  Hij was nog altijd dezelfde : die krachtige stem, die gulle lach, de sappige verhaaltjes….

Het was alsof hij wist dat hij toen voorgoed moest komen afscheid nemen.  Zuster Lydia komt dit jaar terug op vakantie, maar hij zal er enkel nog bij zijn in gedachten.

Ondertussen zijn we zovele jaren verder en zijn er veel prettige en minder prettige dingen gebeurd.  Iedereen heeft zijn eigen verhaal en herinneringen.

 

Maar Gerard, mag ik je uit het diepste van mijn hart vragen :

‘Doe Gerda en Godelieve daarboven heel veel groeten en waak samen met en over ons en onze gezinnen’.

Gerard, bedankt dat ik één van jouw vele vrienden mocht zijn.

Florette