HEFFEN

DORP
IN
VOLLE
VAART

De 'ketting' van Heffen

Iedereen zal nog wel weten, de lessen geschiedenis in het achter hoofd, dat in de Middeleeuwen het goederenverkeer meestal te water gebeurde. Buiten enkele stukken Romeinse heirbaan waren de wegen immers zo goed als onberijdbaar: enorm stoffig in de zomer en modderpoelen in de winter. Aangezien de Zenne in de Middeleeuwen de belangrijkste waterweg van Brabant was en Heffen het eindpunt van deze 'Zennevaart' betekende, speelde Heffen een niet belangrijke rol in het Brabantse leven.

Aan de brug in Heffen, met aan de overkant een grote ronde vestingstoren, hing eeuwenlang de vermaarde tol-ketting (" Ceste Chayne de fer de Heffene"). Deze ketting die bijna constant een knarsend geluid maakte, zorgde ervoor dat de schepen niet verder konden varen zolang er geen tol werd betaald. Het 'heffen' van tol ( van 1415-1785) gaf aan Heffen beruchtheid in de rest van Vlaanderen, iets waar de inwoners zich niet druk om konden maken. Het bracht hen immer geen nadeel. Integendeel ! Omdat aan beide oevers aanlegplaatsen met kaaien voorzien waren, werd het daar een drukke bedoening. En zoals op alle plaatsen waar veel mensen bij elkaar kwamen, stroomden de inkomsten binnen.

Aangezien Heffen toen behoorde tot de stad en provincie Mechelen, had deze stad hier dus bepaalde rechten. Alle goederen die langs de Zenne vervoerd werden moesten du ofwel in Mechelen opgeslagen worden of er moest tol betaald worden. Deze ketting zou, samen met de strijd om de stapelrechten( het aanleggen, lossen en verkopen van koopwaren), de oorzaak zijn van scherpe twisten tussen Mechelen en Antwerpen en tussen Mechelen en Brussel. Omdat bijvoorbeeld de Brusselse en Antwerpse zouthandel hierdoor bedriegd werd, werd op alle mogelijke manieren geprobeerd deze ketting te verbieden. Belangrijke personen als Hertog Jan van Bourgondië( Jan zonder Vrees) en Keizer Karel V zaten met deze ketting verveeld. Keizer Jozef II maakte er uiteindelijk in 1785 een eind aan.

Omdat Brussel door deze ketting onderdrukt bleef, werd in 1550 gestart met het graven van de Willebroekse Vaart om op die manier hun handel met Antwerpen en Holland verder te zetten. Ook andere Brabantse steden ( vooral Leuven, Aarschot en Diest) hadden al die eeuwen onder de Mechelse stapelrechten geleden. Ook zij zochten naar een manier om aan deze economische overheersing te ontkomen. In 1753 werd gestart met het graven van de Leuvense Vaart, die toch nog door Mechels grondgebied leip. uiteindelijk werd overeen gekomen dat leuvense schepen vrij door het kanaal mochten varen.

Van de kaaien, de ketting, de oude brug.. is nietw meer overgebleven. Op de Zenne varen ondertussen ook geen boten meer. Heffen is een vredig dorp geworden en de ketting is al lang vergeten. Nochtans was de ketting van Heffen eeuwenlang een harde realiteit. Geen andere ketting heeft in de geschiedenis een zo een belangrijke rol gespeeld als de ketting over de Zenne !